donderdag 23 februari 2017

Privé-gesprek

Wanneer ik op m'n smartphone gebeld word en ik zie 'privé-gesprek' op het scherm staan is het negen van de tien keer iemand die me een krantenabonnement of een of andere verzekering wil aansmeren. Meestal neem ik 'm dan dus niet op. En als ik het weer eens een keer wél doe en weer zo'n (veel te) vlotte en (semi) geïnteresseerde telemarketeer hoor lukt het me ik steeds minder om m'n fatsoen te bewaren. Maar pas nadat ik zo'n gesprek heb beëindigd herinner ik me telkens weer dat ik me ooit heb voorgenomen om meteen in het begin van het gesprek aan de beller 'heeft u een momentje?' te vragen en dan de telefoon weg te leggen om vervolgens elke 5 minuten 'momentje nog hoor' te zeggen. Zo werkt het immers ook wanneer je hén belt omdat je iets van ze wilt weten.

Ook begin deze week nam ik (ondanks de melding 'privé-gesprek') de telefoon op. Deze keer was het een dame van Nationale Nederlanden die me vroeg of ik een video-gesprek met haar collega wilde voeren over onze levensverzekering. Nou weet ik dat je vandaag de dag niet naief moet omgaan met video-gesprekken en -opnames. Ik dacht eerst dat dat met name jongeren betrof, maar ook mensen van middelbare leeftijd laten zich tegenwoordig paayen en kijken er erna van op dat er beelden op internet verschijnen. Maar omdat het hier een verzekeringsmaatschappij betrof verwachtte ik geen gedoe en gezeik. Dergelijke organisaties kleden hun klanten alleen figuurlijk uit. Dus ging ik akkoord met het video-gesprek.

Op het afgesproken moment werd ik gebeld en een zakelijke meneer stuurde me via de mail een link die ik moest aanklikken. Ik was aangenaam verrast dat ik vervolgens op m'n scherm geen persoon zag verschijnen, maar alleen een formulier met al mijn gegevens. Samen liepen dat formulier stap voor stap door en constateerden we dat het niet nodig was iets te veranderen. Al met al was het een goed gesprek, hoewel de NN-meneer het aan het einde toch niet kon laten om me over pensioenen, spaargeld, beleggingen en vanalles en nog wat het hemd van het lijf te vragen. 

Zou dan toch mijn webcam wél hebben aangestaan?, bedenk ik me nu...

donderdag 16 februari 2017

De koude kade

Daar stond ik dan, om kwart over één 's nachts in de Stormpolder in de net gevallen sneeuw. Had ik maar een muts meegenomen, want m'n oren waren zo koud dat je ze zo zou kunnen afbreken.
Een paar uur terug reden we nog - net voor de koopavond was afgelopen - naar het winkelcentrum en hadden ze bij Cool Cat gelukkig nog een rood shirt. Want thuis had m'n zoon geen geschikt rood shirt kunnen vinden. En zo'n shirt was nodig voor het feest. 

Het feest dat nu zo ongeveer afgelopen zou moeten zijn. Maar in de boot die hier voor me aan de vanwege de sneeuw spekgladde steiger lag zag ik de discolichten nog knipperen en zag ik door de beslagen ramen nog mensen dansen. De WhatsApp-berichtjes die ik naar Bastiaan stuurde werden slechts af en toe beantwoord, omdat hij het te druk had met andere dingen. Toen hij aangaf dat hij z'n jas ging pakken maar de garderobe verstopt was begreep ik dat laatste niet, maar gaf het me de hoop dat we snel samen in de warme auto konden stappen.

Het schoolfeest heette de 'Love Boat' en hoewel de boot iets kleiner was dan het schip uit die vroegere tv-serie voer het in deze Valentijnsdag-periode zo'n drie-en-een-half uur door de romantisch besneeuwde  Rotterdamse regio.
Het was fantastisch geweest, hoorde ik Bastiaan zeggen nadat m'n oren weer enigszins waren ontdooid. Dat love- en Valentijngedoe boeit hem (en veel van z'n klasgenoten) niet echt, maar ze hadden heerlijk gedanst en vanaf het buitendek mooie foto's gemaakt van Rotterdam vanaf het water.

Ik gunde het hem van harte. Daar had ik best een paar koude voeten en oren voor over. Maar een volgende keer vraag ik de organisatoren denk ik of men voor de Love Boat misschien nog een kale kapitein zoekt...

donderdag 9 februari 2017

Meezingen of playbacken

Wanneer Wilma de auto start nadat ik er in m'n eentje in heb gereden schrikt ze zich regelmatig het apezuur.
Ik heb namelijk de gewoonte om - wanneer ik alleen in de auto zit - de muziek nogal hard te zetten. Laatst ontdekte Bastiaan in het dashboardkastje (dus achter het dashboardlicht) de Meatloaf-cd 'Bat out of Hell' en nam ik me voor om die tijdens mijn eerstvolgende solo-autorit weer eens ouderwets hard mee te zingen. Vooral 'Paradise by the dashboardlight' vind ik namelijk hét ultieme meezing- en playbacknummer.
Een paar weken geleden nog ervoer ik dat weer eens tijdens een disco-avond van kantoor in de brasserie van De Kuip.

Ook YMCA was daar trouwens favoriet. Best raar trouwens dat we vandaag de dag aan die vroegere artiesten herinnerd worden door M&Ms (Meatloaf) en 'verklede vingers' in een telefoonabonnement-reclame (Village People). Het brengt herinneringen terug, maar dan geef ik er toch de voorkeur aan die terug te halen door documentaires te bekijken over bijvoorbeeld Fleetwood Mac, Pink Floyd of Bob Marley en (laatst nog) over 10cc, UB40 en Ginger Baker.
Ook de mini-documentaires die elk jaar eind december bij Top 200-a-gogo worden uitgezonden boeien mij meer dan welke masterchef of vrouwzoekende boer dan ook.

Afijn: mocht u binnenkort ergens voor een stoplicht staan en ziet u iemand in de auto naast u meeblèren met de radio, stoor je daar niet aan. Laat die man dan gewoon even lekker genieten van zijn eigen playbackshow by the trafficlights.

donderdag 2 februari 2017

Lekker

Een paar dagen terug was Bastiaan met een klasgenote op een lagere school omdat ze daar binnenkort vanwege een stage Engelse les gaan geven. Toen ik 's avonds thuiskwam vertelde Wilma dat hij haar enthousiast verslag had gedaan van het bezoekje aan de school. Al zou dat ook te maken kunnen hebben met het feit dat ze op de terugweg naar hun eigen school langs de McDonalds kwamen en ze daar toch maar even zijn afgestapt om de 'normale' boterhamlunch aan te vullen met een cheeseburger. Lekker!

Wilma en ik doen niet moeilijk over dat soort dingen. We weten dat dit maar heel zelden voorkomt en ach... waren we zelf ook niet zo in onze jonge jaren? Toevallig vond ik afgelopen week het harde bewijs. In m'n onderste bureaula vond ik een agenda uit 1977 die ik gebruikte als een soort dagboek. Nou moet je daar niet te veel van voorstellen hoor; meestal stonden er alleen een paar krabbels. M'n oog viel op 15 april 1977. '2 tussenuren, gebak & patat op, lekker' stond er. M'n zoon heeft het dus niet van een vreemde. Ik zag patat en gebak destijds blijkbaar als het hoogtepunt van de dag.
Maar de ene dag is de andere niet. Op de pagina ernaast ging het over het brons-afdansen. Mijn danspartner was de oudere zus van een klasgenote van me (klinkt wel stoer zo, trouwens). We volgden lessen bij dansschool Van der Teen op de hoek van het Bagijnhof en de Sarisgang in Dordrecht.
Sylvia heette ze; een leuke meid, maar volgens mij gingen onze conversaties niet veel verder dan het samen zachtjes tellen van de dansstappen die we moesten zetten. Wel herinner ik me weer dat ik haar één keer zo enthousiast beetpakte dat ik haar ketting brak en tientallen vallende kralen maar bléven stuiteren op de dansvloer.
Nee, dat dansen was geen groot succes. Dus na m'n bronzen speldje ben ik er maar mee gestopt. En daar heb ik nog geen moment spijt van gehad, want waar waren al die lessen nou voor nodig? Hoe vaak heb ik nou ge-stijldanst de afgelopen decennia? Veel minder vaak in ieder geval dan dat ik patat of gebak heb gegeten. Lekker!