donderdag 28 juli 2016

Onderweg

We besloten de rit naar de Dordogne in twee dagen af te leggen. 1000 km op één dag met een sleurhut achter de auto is erg veel, zeker wanneer je ook rekening moet houden met vertraging bij de Franse grens en op de rondweg van Parijs. Dus kozen we de eerste avond voor zo'n budgethotel in de buurt van de snelweg, zodat we de volgende dag weer rap kilometers konden gaan maken.

We kwamen uit bij een Akena-hotel nèt boven Parijs bij Saint-Witz (waarschijnlijk genoemd naar een grappige Duitse heilige). Tijdens een avondwandeling ontdekte ik dat Saint-Witz een plaatsje was met sprookjesachtige villa's met zwembaden in allerlei soorten en maten, waarschijnlijk voor de rijkere Parijzenaars die de drukte zijn ontvlucht. Maar ons goedkope doorreis-hotel stond op zo'n typisch Frans Campanille- en McDonaldsterreintje. En zo'n terreintje met goedkope hotels en eettenten van niveau hamburger en sandwich/saintwitz(?) is niet zo fabelachtig mooi.

Hoewel... Toen ik aan het eind van de wandeling de parkeerplaats van het hotel wilde oplopen 'schrok' ik van twee forse, dikke knaagdieren in de natte greppel aan de kant van de weg.

Toen Wilma erna aan de jongeman achter de receptiebalie vroeg wat dat voor beesten waren in de sloot antwoordde hij dat het "ragounda's" waren; familie van de bevers, maar dan met een rattenstaart.

De volgende morgen troffen we de familie van Ed en Willem niet op hun plekkie. Dus vertrokken we zonder afscheid van ze te nemen, op weg naar het verre buitenbos. 

donderdag 21 juli 2016

Rondleiding

Een paar weken terug ontving ik een mailtje van de bibliotheek van Dordrecht. Mijn roman 'Raadsels rondom Dordt' is daar te leen. Omdat in het verhaal veel verwijzingen staan naar gebeurtenissen die zich in Dordrecht hebben afgespeeld leek het de bibliotheek een leuk idee dat ik naar aanleiding daarvan een rondleiding zou geven langs de locaties die ik in m'n boek beschrijf.

Ik was aangenaam verrast door het verzoek maar heb toch maar bedankt. De voorbereidingstijd was erg kort en áls ik zoiets doe wil ik er even serieus de tijd voor nemen.

Afgelopen dinsdagavond moest ik aan de mail van de bibliotheek denken, toen ik met René in tropische omstandigheden een fietstocht maakte om en nabij de Kagerplassen, niet ver van zijn woonplaats.
Soms stevig doortrappend en dan weer lekker relaxed babbelend doorkruisten we een landschap uit pakweg de jaren vijftig en passeerden we kleine plaatsen als Oude Ade, Rijpwetering en Buitenkaag.
Onderweg vertelde René me op een gegeven moment dat we langs de plek reden waar Joop Zoetemelk is geboren (en zijn broer een paar jaar geleden - met dramatische gevolgen - door het ijs zakte), liet hij me fraaie landhuizen langs de oevers van de Kagerplassen zien waar onze koninklijke familie jaloers op zou zijn en fietsten we (een flink stuk) langs de tuin van minister Van der Steur.
En natuurlijk zagen we op deze warme zomeravond ook nog veel meer interessants en moois...

Zo'n lange fietstocht is inmiddels een jaarlijkse traditie. Vorig jaar fietsten we bij míj in de buurt en kon ik onder andere wijzen op de restanten van de steenovens langs de dijk bij Nieuwerkerk, (waar ooit de wereldberoemde IJselsteentjes werden gebakken), stopten we even bij het monument ter nagedachtenis van een van de dijkdoorbraken in 1953, vertelde ik dat we langs het wijkje reden waar onze vorige minister-president woont en liet ik hem - al ben ik geen fan - de plek zien waar 'komiek' Jandino Asparaat zijn nieuwe huis laat bouwen.

'Toch eigenlijk best een leuk idee, zo'n rondleiding door Dordt', dacht ik dinsdag. Maar dan het liefst wel op een warme zomeravond, zodat we hem - net zoals vanavond - kunnen afsluiten op een terras. Met een lekker koud pilsje!

donderdag 14 juli 2016

Niet gekker

'Yooo..., zometeen!' is het antwoord dat we standaard van Bastiaan krijgen wanneer we naar boven roepen met de vraag of hij wil komen eten. Als hij ons tenminste hoort, wat meestal niet direct het geval is omdat hij met z'n koptelefoon opzit.

Het roepen zélf heeft op een of andere manier nog wel iets nostalgisch. Het doet me denken aan toen ik zo oud was als Bastiaan nu. Mijn slaapkamer was ónder de woonkamer, dus mijn ouders hoefden maar op de vloer te stampen om mij te 'roepen', waarbij ze natuurlijk wel moesten zien te voorkomen dat ze met het drum- of bas-ritme van pakweg Queen of Duran Duran meestampten. 
Maar met dat 'zometeen!' als antwoord heb ik meer moeite. Want voor zo ver dat al geen rekbaar begrip was maakt onze zoon het er wel van.

Afgelopen weekend was het eindelijk weer eens weer voor de Skottelbraai en liep ik tussen het roeren in de wokmaaltijd door naar binnen om Bastiaan te vragen of hij naar beneden wilde komen. 'Zometeen!' was natuurlijk het antwoord dat vanuit zijn slaapkamer kwam.
Wilma was in de keuken bezig en ik liep nog een paar keer door de woonkamer heen en weer van de tuin naar de keuken en vice-versa. Toen ik op een gegeven moment weer naar binnen liep was m'n geduld op, deed ik de gangdeur open en riep ik naar boven 'Bastiaan, het is inmiddels tien minuten geleden dat ik je riep!', waarna ik droogjes vanuit de huiskamer hoorde 'euh pa, ik ben híer hoor, al een minuut of tien...'.
Ik was blijkbaar - druk doende - een keer of vier langs hem heen gelopen zonder hem op te merken.

'Het moet niet gekker worden!, zei Wilma nog, waarschijnlijk verwijzend naar mijn onopmerkzaamheid, maar misschien ook naar het feit dat zoonlief dit keer wél vrij snel naar beneden was gekomen.
Afijn, ikzelf kon er ook om lachen en niet mokken maar wokken was het motto!

En eerlijk is eerlijk: ook eergisterenavond was Bastiaan snel beneden toen ik 'm vroeg om de hond en z'n vader uit te laten. We vinden het leuk om af en toe aan het eind van de dag samen in alle rust even een blokkie-om te lopen. Alleen was dit keer van rust geen sprake... In de schemer kwamen we telkens groepjes mensen tegen die door hun smartphone heen om zich heen liepen te kijken. Ze bleken "Pokemon Go" te spelen, dé rage van dit moment waarbij je op zoek moet naar tekenfilmfiguurtjes die - zo lijkt het - in de echte wereld verstopt zitten.

Op een gegeven moment kwamen we een volwassen vrouw (!) tegen die zo met haar smartphone naar virtuele pocketmonsters op zoek was dat ze bijna op onze hond ging staan. 'Hé pas op, deze hond is wél echt hoor!' zei ik tegen haar, maar als een soort zombie liep ze door.

'Het moet niet gekker worden', dacht ik nu ook. Maar ik vrees dat dat wél het geval is...

donderdag 7 juli 2016

Achter-achter-achter

Zo, ook het volleybal-seizoen er weer op. Afgelopen dinsdagavond speelden we voor het laatst een paar spannende potjes voor de zomervakantie aanbreekt. Geen echte wedstrijden tegen andere verenigingen hoor, maar gewoon wat onderlinge partijtjes, waar het er soms toch vrij fanatiek aan toe gaat. Maar bovenal gaat het om het plezier en het bewegen!

De beste volleyballers van de vereniging spelen trouwens wél competitie. Zowel een mix-team als een mannen-team spelen - al jarenlang in vrijwel dezelfde samenstelling - zo'n twintig wedstrijden per jaar in de officiële Nevobo-competitie. Ik ben nog niet zo lang lid van deze vereniging, maar werd een poosje terug gevraagd ook een paar competitie-wedstrijden mee te spelen. Enne... het lag natuurlijk niet (alleen) aan mij, maar letterlijk elk partijtje werd verloren!

Ik sla wel een leuk balletje mee, maar vind het fijn om vast te stellen dat er aan mij geen volleybaltopper verloren is gegaan. Stel je toch eens voor dat ik er nu ineens achterkwam dat ik m'n roeping was misgelopen en een kwart eeuw geleden in een Olympische arena had kunnen schitteren!

In plaats daarvan deed ik vorige week mee met een volleybaltoernooi dat de gemeente had georganiseerd. Ik was pas laat op de hoogte van het toernooi maar er was een team dat vanwege blessures nog spelers nodig had.
Toen ik het wedstrijdschema las zag ik dat het toernooi de naam droeg van iemand met dezelfde achternaam als mijn echtgenote. Het bleek om een achter-, achterneef van Wilma te gaan, die onlangs was overleden. Als eerbetoon aan hem werd bij aanvang van het toernooi een minuut stilte gehouden. Ook waren zijn twee dochters aanwezig (achter-, achter-, achter-nichten van Wilma dus), die vervolgens spontaan besloten om met ons team mee te spelen.

Hoogtepunt van het toernooi was het in ontvangst nemen van een zilverkleurige schaal aan het eind van de avond. 

Een schaal met een heerlijke uitgebreide bittergarnituur. Het in de kantine serveren van de bitterballen ging onze aanvoerder duidelijk beter af dan de services met een volleybal in de sportzaal. Want ondanks onze goede bedoelingen liet het scorebord veel te vaak zien dat we achter-achter-achter stonden.

Er deden zeven teams mee en wij eindigden als zesde. Daar moesten we het mee doen... En aangezien wij mee-doen belangrijker vonden dan winnen, verkeerden we toch een beetje in Olympische sferen.