donderdag 26 mei 2016

Rad en Trap

Rotterdam viert dit jaar 75 jaar wederopbouw. En daarom zijn er allerlei tijdelijke activiteiten.
Vorige maand stond er bijvoorbeeld het grootste verplaatsbare reuzenrad ter wereld naast de Markthal. Toen het 's avonds al een beetje donker werd maakten Bastiaan en ik een paar rondjes in die tijdelijke 'Eye of Rotterdam' en hadden we niet alleen een mooi uitzicht over het centrum van Rotterdam, maar konden we ook in de gezellig verlichte huiskamers van de woningen boven de Markthal kijken.
Jammer dat het rad er inmiddels al niet meer staat.

Maar misschien heeft Rotterdam over een aantal jaar een veel grotere attractie. Nog altijd zijn er (nog wat vage) plannen om langs de Maas een Dutch Windwheel van 174 meter hoog neer te zetten; een futuristisch duurzaamheidsicoon, dat ook als onder meer hotel en toeristische attractie zou moeten gaan fungeren.

Maar vooralsnog namen we afgelopen zaterdag genoegen met het beklimmen van de trap die op het stationsplein is neergezet en die ons met zo'n 140 treden leide naar het dak van van het groothandelsgebouw.

En we waren niet de enige! Aan Wilma zijn het reuzenrad en de hoge trap overigens niet besteed. Ik snap dat wel. Voor iemand die zich niet graag op grote hoogtes bevindt klinkt een trap naar het dak van het groothandelsgebouw natuurlijk ook best hoog. Misschien gaat ze wel mee als ze de volgende keer een trap naar het dak van de kleinkunstacademie neerzetten. Of het dak van een lagere school.

En een reuzenrad klinkt voor iemand met hoogtevrees natuurlijk ook eng. En voor iemand die bang is voor enge beesten trouwens ook. Waarom organiseren ze niet iets met een dwergkonijn?

donderdag 19 mei 2016

Do-doener

Onlangs zag ik een aflevering van de VPRO-serie 'Ondersteboven: Nederland in de jaren 60', waarin het ging over de economische groei in dat decennium, waarbij het Dordtse bedrijf TOMADO uitgebreid aan de orde kwam.
Omdat het foeilelijke kantoorblok tegenover het Centraal Station van Dordrecht me van jongs af aan al - in negatief opzicht - opviel en ik nooit wist wat zich daarbinnen nou afspeelde bleef ik kijken.
En pas toen legde ik de link tussen het Mausoleumachtige gedrocht en de handige huishoudelijke artikelen van geplastificeerd draadstaal die vroeger in menig huis te vinden waren. Want wie had er nou niet zo'n boekenrekje met van die kleurige metalen 'plankjes' in z'n slaapkamer? Of zo'n (vaak wit of vies-groen) afdruiprekje op het aanrecht?

Maar een van de hoogtepunten uit de jaren zestig was toch wel de 'flessenlikker'. Ik besef dat het lijkt of ik het over een of andere vorm van fetisjisme heb, maar ik doel op dat simpele maar o zo vernuftige plastic dingetje waarmee je de laatste restjes uit bijvoorbeeld de vla-fles kon schuiven. Mijn moeder noemde het ding destijds altijd het 'do-doenertje'. Ik moet haar nog altijd eens vragen waarom, want volgens mij doet het veel, maar geen 'do'.

Over vla gesproken: De afgelopen week hadden we heerlijke frambozenvla van Albert Heijn. 'Ooooh, deze smaakt nou echt als die melk van vroeger uit die flessen', zei Wilma.
Ik gaf haar gelijk en in gedachten zag ik mezelf ineens als klein jochie aan de Krommedijk bij mijn opa en oma aan de eettafel zitten. Wanneer er aan het eind van de maaltijd nog een bodempje vla op z'n bord lag, zei m'n opa steevast 'ik had vroeger een tante, die als ze nog een beetje vla op haar bord had altijd zó deed!' Dan pakte hij z'n bord van tafel, zette het aan z'n mond en goot het naar binnen.
En als m'n oma dan vroeg 'waarom doe je dat nou waar die kinderen bij zijn, Piet?', antwoordde hij zoiets als 'ach, gewoon, daarom!' Zo'n antwoord is natuurlijk geen do-doener, maar een dooddoener...

donderdag 12 mei 2016

Blauwe lucht

Omdat ons vliegtuig richting Venetië om tien over negen 's morgens vertrok en ik in vakantieperiodes ruim op tijd aanwezig wil zijn, besloten we de nacht ervoor te slapen in een hotel dichtbij Schiphol. Ik googelde wat en koos uiteindelijk voor het Van der Valk-hotel aldaar. Tussen het hotel en het vliegveld rijden veel pendelbussen, dus dat zat wel snor.

'Nou heb ik eigenlijk geen idee waar dat hotel precies zit', zei ik tegen Wilma. 'In gedachten zie ik het zo voor me, maar wáár ookalweer?' Zij wist het zo gauw ook niet. Ik zou wel zien...

Toen Bastiaan en ik een paar dagen later door de pendelbus op de parkeerplaats voor het hotel werden afgezet schoot ik in de lach! Het hotel lag pal naast het wegrestaurant over de A4 waar ik de avond ervoor nog was geweest (!). En die avond had ik m'n auto nota bene op die parkeerplaats gezet, zonder dat me de naam van het hotel óf de grote toekan op het dak waren opgevallen. Waarschijnlijk was ik te druk in gesprek geweest over het concert van het Electric Light Orchestra (ELO) dat René en ik zouden gaan bezoeken nadat we eerst in het wegrestaurant (veel te) grote porties frites met mega-saté gingen verorberen. 

René heeft mij halverwege de jaren 70 aangestoken met het ELO-virus. Stinkend jaloers was ik dat hij 'met Sinterklaas' de LP A New World Record had gekregen. Toen ik een poosje later wat meer geld verdiende en ook ELO-LP's op mijn wensenlijstjes zette kon ik ook naar hartelust Evil Woman, Strange Magic, Livin' Thing, Don't Bring Me Down en ga zo maar door draaien...

Maar we hadden ELO in de jaren zeventig nooit live zien optreden. Nu, zo'n veertig jaar later, was die kans er ineens. Voor het eerst sinds decennia ging onze toen-favoriete band op tournee. Ons lange wachten werd beloond.

Mede dankzij de in de jaren zeventig nog niet aanwezige techniek werd een spektakelstuk opgevoerd. In 1976 had er waarschijnlijk een fel knipperlicht achter het podium gestaan om de show wat aan te kleden (net als de knipperlichten van Toppop die nu nog nabranden op m'n netvlies), maar nu was er een geweldige lasershow met allerlei visuele effecten.

Maar - hoor ik u zeggen - het gaat toch vooral om de muziek?
Zeker! En ook dat was prima in orde. De vele hits werden vrijwel woord voor woord door de volle Ziggodome meegezongen.

Toen we twee dagen later hoog boven de wolken vlogen luisterde ik via Spotify naar een live-cd van ELO, terwijl ik door het raampje Mister Blue Sky zag.

En ook in Venetië hebben ze naar hartelust van deze mister kunnen genieten!

donderdag 5 mei 2016

Venetië

Onder me zie ik Noord-Italië langsschuiven. Bastiaan tikt me met enige regelmaat aan om me te wijzen op een mooi landschap of een leuk stadje, ver onder onze KLM-jet. En net terwijl ik dit tik wijst hij naar de besneeuwde Alpen, iets minder ver onder ons.
Na dit vliegtuig pakken we de trein, een metro, nog een metro en de auto naar huis. En zojuist zaten we op een boot; een boot die ons - ketsend over de golven - over zee van Venetië naar San Marco Airport bracht.

Dit jaar bracht ons jaarlijkse vader-zoon-reisje ons naar Venetië. En daar hebben we geen spijt van gekregen. Ik was er één keer eerder - in 1984 - met twee vrienden op doorreis met 'Interrail'. Onderweg van Athene naar Tourette-sur-Loupe (vlakbij Nice) deden we even 'het Giethoorn van het Zuiden' aan. We renden destijds door het doolhof van steegjes naar het San Marco-plein, namen een paar foto's en haastten ons terug om de trein te halen.
Maar nu weet ik dat als er iets is wat niet bij Venetië past, het 'haast' is. Nóg meer dan Rome is het een slenterparadijs. De basiliek en de toren op het San Marco plein zijn geweldig mooi en indrukwekkend, maar vooral het wandelen door de vele steegjes, het 's avonds eten op een terras aan het water en het zo maar langs de kade zitten om in de Italiaanse zon de vele gondels voorbij te zien varen liet ons volop genieten.


We sliepen in NiceVenice, een klein en gammel (kraak)Bed & Breakfast, prima passend in de omgeving. Want grote delen van de wijk waar we verbleven konden best een verfje (en een plamuurtje, metselwerk, timmerklus en ga zo maar door) gebruiken.
Ik las een poos terug dat Venentië langzaam in zee dreigt te zakken, maar volgens mij wordt dit probleem opgelost door het Venetiaanse water beetje bij beetje langs de muren omhoog te laten trekken.

Ik bedacht me laatst dat het deze zomer weer nodig is om de buitenboel weer eens onder handen te nemen, zoals ik eens in de pakweg drie jaar doe. Maar ik denk dat ik maar besluit om me door Venetië te hebben laten inspireren. Hoeveel toeristen ik wel geen foto's heb zien nemen van geveltjes met afbladderende kalk- en verflagen...

Ik ga in het zonnetje zitten, pak een pilsje en een pizza-punt en bedenk dat er morgen weer een dag, en volgend jaar weer een jaar is. Weer een jaar voor een vader-zoon-bezoek aan Italië?