donderdag 31 juli 2014

Springen, munten en medailles

Bastiaan's vriendje Ard ging een paar dagen mee op vakantie. Onderweg naar de Eiffel hoorden Wilma en ik vanaf de achterbank vooral veel game-geluiden en gesprekken over springende super Mario die muntjes moest pakken en medailles kon verdienen. Ook later, in de voortent, sprong die virtuele loodgieter regelmatig op het beeldscherm van level naar level. Maar gelukkig waren de jongens zelf ook regelmatig actief, vooral op het sport- en speelterrein van de camping. En al waren dan wel geen muntjes om naar te springen en geen medailles te verdienen, het grote springkussen was een van de favorieten. 


En daarom reed ik op maandagavond met een noodgang door de Duitse duisternis. Wanneer ik door de achterruit van de ambulance naar buiten keek zag ik de koplampen van campingbuurman Jurgen, recht tegenover me zag ik de monitor met hartslag en bloeddruk en iets daaronder de pijnlijke grimas van Ard. Een Duitse meneer stelde me allerlei vragen. Wat was er gebeurd en wie waren wij eigenlijk?

Toen ik in het 40 kilometer verder gelegen ziekenhuis in Mechernich de dokter sprak vroeg ook hij me uit te leggen wat er was gebeurd. Dus vertelde ik dat Ard op het springkussen was gevallen toen hij richting de kant liep en lelijk op de grond was terecht gekomen met z'n kin, waardoor z'n nek een flinke klap had gekregen waarbij hij iets had horen kraken... 


Z'n elleboog deed zeer en z'n nek ook, maar toen we later bij de caravan aankwamen werden nek en hoofd steeds pijnlijker, werd hij dizzy en kon hij op een gegeven moment niet meer op zijn naam komen. We besloten daarom onmiddellijk een arts te bellen en nadat ik de 'noodknop' naast de deur van de camping-receptie indrukte werd - nadat ik kort vertelde wat was gebeurd - aangegeven dat er zo snel mogelijk een ambulance zou komen.

Omdat de doktoren in het ziekenhuis vreesden dat er iets met zijn nekwervels aan de hand was of dat er bloedingen waren werd snel een ct-scan gemaakt. Later hoorde ik dat er volgens de scan niks mis was. Waarschijnlijk was het 'gewoon' een zware hersenschudding. 's Avonds om kwart voor 12 belde ik Ard's ouders in Nederland en vertelde ik rustig (nu eens in het Nederlands) het verhaal. Zij raakten niet in paniek maar constateerden toch dat het het beste zou zijn wanneer ze meteen naar Duitsland zouden afreizen. Een kleine vier uur en driehonderd kilometer later stapten ze de ziekenhuiskamer binnen, waar ze hun zoon, camping-buurman Jurgen en mij aantroffen.
Samen met de ouders sprak ik nogmaals met de afdelingsarts en om kwart voor 5 's morgens lieten Jurgen en ik Ard met z'n ouders achter in het ziekenhuis. Het werd om half 6 langzaam licht toen we op de camping arriveerden om te proberen nog een paar uurtjes te slapen.

Hoewel Bastiaan erg van streek was geweest vanwege de zorgen om zijn vriendje en er enorm tegenop zag hem in het ziekenhuis te moeten zien, zijn we die middag Ard's spullen naar het ziekenhuis gaan brengen. Gelukkig had het slachtoffer al weer praatjes en had hij geen pijn meer. Toch bleek later dat hij vanwege de duizeligheid helaas pas vrijdag naar huis mag...

We hebben camping-buurman Jurgen uitgebreid bedankt voor zijn hulp en het feit dat hij samen met mij Ard een nacht lang heeft vergezeld in het ziekenhuis. En dat terwijl hij ons nauwelijks kende. Super hoor, zo iemand verdient een medaille! Ard's vader heeft als dank een bedrag op de rekening van Jurgen gestort dat de benzinekosten plus de mogelijke hardrij-boete (we werden onderweg geflitst!) zeker dekt. 

En zo ging dit stukje dan wel over springen (en vallen), super-hulp, muntjes en medailles, maar niet over fictieve animatiefiguurtjes met meerdere levens. Dit was real life... Gelukkig zit Ard naar verwachting weer snel op het juiste level!

woensdag 23 juli 2014

Kano's en buien

Toen ik onlangs op een vrije dag in m'n eentje een stuk ging fietsen door de Krimpenerwaard doorkruiste ik op een gegeven moment het Loetbos en realiseerde ik me weer hoe mooi het daar eigenlijk was. En toen ik langs de waterkant een paar kano's zag liggen wist ik het zeker: hier moesten mijn zoon en ik binnenkort maar eens peddelend de natuur gaan ontdekken!

Afgelopen zondag was het zo ver. Op Buienradar had ik de hele ochtend al onweersbuien op ons zien afkomen die wanneer ze in onze omgeving terechtkwamen spontaan verschrompelden, dus ik besloot om me niet langer iets aan te trekken van de blauwe en rode vlekken die volgens m'n 'buien-app' zogenaamd in onze richting dreven.

De beheerder van het kanocentrum was blij met ons als klant. Er zaten genoeg mensen ijsjes te eten en te relaxen, maar 'dankzij internet en Buienradar durft er vandaag niemand te kanoën', zei hij, 'terwijl het in de praktijk bijna altijd reuze meevalt'. We voelden ons dus vrij stoer toen we, nadat we de spullen in een tonnetje hadden gedaan, in de kano stapten. De kanoverhuurder gaf ons nog een routetip en rustig peddelden we weg.

Onderweg genoten we van het uitzicht. Zo dicht bij huis zo'n mooi natuurgebied..! We voeren langs weiden en door bossen en op een gegeven moment leek het zelfs wel een soort van mangrovegebied waar we in terecht waren gekomen. Af en toe passeerden we ganzen, zwanen, waterhoentjes en wat ander klein grut, maar verder was er vooral veel rust. 
Toen we na een poosje onder een klein bruggetje doorvoeren zagen we twee wandelaars die ons vriendelijk groetten. 'Ze zeiden niet veel, maar mijn god wat doet het me goed dat ik weer stemmen hoorde' zei mijn in de grote stad geboren zoon toen met enig gevoel voor dramatiek.

Tja, als je niet van rust houdt en toch wilt kanoën moet je naar de Ardèche gaan, dacht ik toen. Alweer lang geleden hebben Wilma en ik daar een lange kanotocht afgelegd met mijn neef René en zijn aanstaande echtgenote. Dat was andere koek! Dat was vooral in het begin ook genieten, maar naarmate de tocht langer duurde en we steeds weer stroomversnellingen moesten zien te doorstaan toch vooral ook afzien. Het was in de tijd dat we nog zonder navigatie naar Zuid-Frankrijk reden ('ik zéi toch net dat we er daar af hadden gemoeten') en om dan vervolgens ook nog eens in een bootje discussies over de richting en elkaars stuurkunsten te voeren is best veel gevraagd aan een (toen nog) jong stelletje.

Twee op exact hetzelfde moment genomen foto's,
maar vanuit een andere hoek...
Het viel ook niet altijd mee om van het uitzicht te genieten én tegelijkertijd de kano tussen linke rotspartijen door te laveren. Op een gegeven moment ging het me trouwens opvallen dat vooral bij de naaktstrandjes die we passeerden we vaak nét te laat de boot bijstuurden.

Toen we ver voor ons veel mensen op de rotsen links en rechts van het water zagen zitten voelde Wilma (dit keer figuurlijk) nattigheid. Daar was natuurlijk wat te beleven... daar was de moeder der stroomversnellingen! Ook René's kano-genote stapte uit, waarna wij als stoere mannen besloten de stroomversnelling samen te trotseren. 
Het resultaat laat zich raden...

Enkele meters verderop stapten de dames droog en de heren kletsnat weer in de kano en werd de steeds vermoeiendere tocht vervolgd. 
Toen we na afloop in het busje zaten dat ons terug naar het beginpunt van het parcours reed konden we er weer om lachen. 

Maar al met al heb ik Wilma na deze dag nooit meer in een kano gekregen. 
Wanneer we tijdens een van de vele vakanties erna een kano-gelegenheid tegenkwamen zag ik bij haar de bui al hangen, ook zonder internet en App...

donderdag 17 juli 2014

Het handige hoesje

Liggend in het gras met het avondzonnetje op m'n rug vraag ik me af wat ik dit keer op m'n blog zal zetten.
Dat onze zoon vanaf vandaag vakantie heeft en dankzij een fraai rapport volgend jaar naar de derde klas van Tweetalig VWO gaat? Neh! 
Dat ik het vakantiegevoel nog niet heb omdat er nog veel te veel gedoe op kantoor is? Pfoe, ook maar niet... 
Iets over wereldkampioen Duitsland? Tja, de afkeer van dat land is wat mij betreft al lang en breed over, maar om er nou een leuk stukje over te schrijven in een blog...

Toen zondagavond de verlenging van de finale was afgelopen vertrok ik bij m'n ouders in Zwijndrecht richting huis. Het was al laat en voor juichende Duitsers met een beker hoef ik niet persé langer op te blijven. Net toen ik op de snelweg richting Capelle aan den IJssel reed vroeg ik me af waar ik m'n gsm had gelaten. Ik voelde op de donkere stoel naast me, 'in' het portier en tussen de stoelen, maar kon 'm niet vinden.
Shit! Ik had 'm bij m'n ouders laten liggen. Ik wilde zo snel mogelijk terug maar kon pas net voor de Brienenoordbrug - toen ik al bijna thuis was - de snelweg af om te keren. Terug bij m'n ouders hoorde ik de juichende Duitsers alsnog en al met al was ik dus toch laat thuis.

Het zal dus wel door slaapgebrek zijn gekomen dat ik de volgende ochtend alwéér mijn telefoon vergat. Ik kwam er achter toen ik op kantoor was. Ik had 'm laten zitten in dat handige gsm-hoesje dat ik vorige week op m'n fietsstuur had gemonteerd. Snel rende ik naar buiten om vervolgens gelukkig te ontdekken dat hij nog niet was gejat. Mazzel natuurlijk dat de fiets niet zo opvalt tussen al die andere fietsen in de stalling. Het zou wat anders zijn wanneer je zoiets flikte op een drukke doorgaande weg... Toch?

De dag erna had ik een vergadering op het stadhuis aan de Rotterdamse Coolsingel. Voor het overleg begon babbelden we wat - zoals gebruikelijk - over koetjes en kalfjes en schonken we koffie in.
Toen we begonnen fluisterde degene die naast me zat 'is dat nou jouw telefoon of die van mij?', wijzend naar het schermpje dat tussen ons op tafel lag.
'Die is van mij' antwoordde ik, maar toen ik goed keek bleek-ie inderdaad van m'n buurman te zijn.
Op dat moment sprong ik op, meldde ik snel dat ik naar m'n fiets moest omdat daar m'n telefoon nog op zat en stormde ik naar buiten.

Aangekomen bij het fietsenrekje langs een van de drukste boulevards van Nederland constateerde ik dat ik alweer mazzel had: m'n gsm zat ook nu weer nog in het hoesje op m'n stuur.

Tja, een ezel stoot zich in het algemeen geen twee keer aan dezelfde steen! Maar die heeft makkelijk praten, want die heeft geen gsm, en zeker niet zo'n mooi hoesje op z'n fietsstuur.

Misschien is dit wel een aardig stukje voor m'n blog, bedacht ik nadat ik het had opgeschreven.

donderdag 10 juli 2014

Smikkelaar

'Zou Albert Heijn die oranje tompoucen nog hebben?' vroeg ik me net af, terugdenkend aan de wedstrijd tegen Argentinië van gisterenavond (en vannacht). We moeten immers zaterdag nog tegen Brazilië en die lekkernijen kunnen voor een smikkelaar als ik niet lang genoeg in de winkel blijven liggen (mits ze met enige regelmaat ververst worden natuurlijk). 

Vorige week trakteerde ik -samen met een collega - op kantoor op oranje tompoucen (en wat oranje soesjes voor de minder grote smikkelaars) omdat zij op die dag en ik twee maanden geleden jarig was. 

We wilden eigenlijk op ijs trakteren, maar omdat niet duidelijk was hoeveel mensen die middag daadwerkelijk op kantoor zouden zijn was het risico te groot dat de overgebleven exemplaren smeltend in een prullenbak zouden eindigen óf dat we die zelf ook nog zouden moeten opeten (burp!)

Toen we het over die ijs-variant hadden herinnerde mijn collega me bovendien fijntjes aan een andere keer - alweer enkele jaren geleden - dat ik besloot op ijsjes te trakteren. Vlak naast ons kantoor was net een Kentucky Fried Chicken geopend, waar ze softijsjes verkochten in van die kleine, vierkante eetbare bakjes.

Ik zou de ijsjes zelf wel even gaan halen, was mijn idee. Vragen van collega's als 'zal ik anders even meegaan?' beantwoordde ik met een vriendelijk (en stronteigenwijs) 'nee bedankt hoor, is niet nodig'. Ik kon toch zelf wel even een paar ijsjes halen zeker!? Maar onderweg naar de KFC vroeg ik me al wel af hoe ik die softijsjes eigenlijk zou moeten vervoeren. Je propt ze namelijk niet even in een papieren zakje ofzo... Afijn, ik zou wel zien.

'Lukt het zo?' vroeg de ijsverkoopster even later op het moment ik een dienblad met een stuk of tien topzware softijsjes voorzichtig optilde. 'Natuurlijk!' probeerde ik resoluut te zeggen (maar ik weet zeker dat het niet zo klonk). 

Ik liep de zaak uit richting de draaideur...! Daar schuifelde ik wonder boven wonder succesvol door, maar buiten merkte ik pas dat er eigenlijk best veel wind stond. 
Als een kaartenhuis stortten de ijsjes een voor een om, waarbij sommigen op het dienblad bleven liggen maar ook enkelen op de stoep belandden. 'Nou euh, laat maar liggen', dacht ik en ik keek naar de vijfde verdieping van ons kantoor waar ik zo gauw niemand zag, maar ik voelde dat ik achter die spiegelende ramen hartelijk werd toe- of uitgelachen.

Toen ik bij ze arriveerde bleek dat ze mijn gestuntel inderdaad gierend hadden gadegeslagen. Ze hadden het er warm van gekregen. Nou dat kwam dus mooi uit. Voor hen was het ijsje van harte welkom. En er waren gelukkig ook toen een paar minder grote smikkelaars, die het helemaal niet erg vonden dat ik geen ijsje voor ze had. Mijn 'wiebelact met dienblad vol softijsjes' was mijn traktatie aan hen.

donderdag 3 juli 2014

Voetbal in beeld

Een grote zwartwit-TV was het waarop ik m'n eerste WK-finale volgde. Het zware bakbeest stond op een tafel in een drinkgelegenheid aan de baai van Montgo bij L'escala aan de Costa Brava.
Het café was volgestouwd met Duitsers en m'n neef René en ik zaten daar als 13-jarige jochies tussen.

Vier jaar later was het weer raak. Ondanks de absentie van wereldspelers als Cruijff en Van Hanegem reikte Oranje in Argentinië weer tot de finale.
We waren dat jaar nog niet op vakantie, dus ik zag de finale thuis op onze nog niet zo lang geleden aangeschafte kleurentelevisie (zonder afstandbediening natuurlijk).

Voor de derde WK-finale die Nederland speelde hoef ik niet zo ver terug in m'n geheugen.
Die was in 2010, maar liefst 32 jaar na de finale in Argentinië.
En ik weet niet of de techniek op voetbalgebied in die jaren echt is verbeterd, maar de techniek met betrekking tot het via de beeldbuis bekijken ervan in ieder geval wel.
Op een dunne flatscreen met HD-kwaliteit waren de grassprieten in het Zuidafrikaanse voetbalstadion te tellen.

En nu zijn we alweer vier jaar verder en zou het zo maar kunnen dat we - ondanks het feit dat we niet fraai volgens 'de Hollandse School' voetballen - straks wéér in de finale staan. En weer is de techniek stappen verder.
Want wat voel ik me oud wanneer ik Bastiaan op YouTube wazige doelpunten uit het WK'74 laat zien...
Vandaag de dag zit op m'n tablet een App waarmee ik zelf kan kiezen vanuit welke van de vele camera-instellingen ik de doelpunten nog een keer wil zien.
Het volgende WK bekijk ik waarschijnlijk op m'n Google Glass, terwijl ik aan het hardlopen ben...

Dit jaar bekijk ik dankzij het mooie weer veel wedstrijden op m'n iPad.
Lekker buiten, onderuitgezakt in een tuinstoel.

Maar de wedstrijden van het Nederlands elftal kijk ik natuurlijk - samen met Bastiaan of bijvoorbeeld bij m'n ouders - op een gewone TV en niet op een kleine tablet.

Hoewel...: ik kan bij al die opwinding soms wel een klein tabletje gebruiken hoor, voor onder m'n tong...'


Zie ook 'De Russen komen''Toeter' en 'Vierenzeventig