woensdag 26 februari 2014

Plaatjes met namen

Wanneer ik wel eens op m'n telefoon, tablet of laptop blader door m'n foto's, kom ik regelmatig kiekjes tegen waarvan ik me afvraag waar die ookalweer genomen zijn. Tegenwoordig hebben foto's alleen een nummer met een datum en het is vaak te veel moeite om de naam van het bestandje te veranderen. Zo'n vijftien jaar terug was dat nog anders. Foto's werden in zo'n dik Henzo-boek of zo'n onhandig ding met die zelfklevende plastic bladen geplakt (op die lijmrandjes die na een poosje uitdrogen en vies-geel worden) of werden in een oude schoenendoos opgeborgen. Maar in beide gevallen was er de mogelijkheid om een korte beschrijving toe te voegen; in het boek (maar dan wel tussen die lijmrandjes door) of achterop de in de doos gesodemieterde foto.

Toch ging ook ver voor het digitale tijdperk soms essentiële informatie over plaatjes verloren. Vorige week bezochten we het indrukwekkende Rijksmuseum en stond op meerdere informatiebordjes naast schilderijen vermeld dat helaas niet meer te achterhalen was wie die ijdele rijke stinkerds nou waren die zich hadden laten vereeuwigen.

Dat gold gelukkig niet voor "De compagnie van kapitein Frans Banning Cocq en luitenant Willem van Ruytenburg maakt zich gereed om uit te marcheren'. Omdat men wilde voorkomen dat later niet meer kon worden nagegaan wie erop waren afgebeeld heeft - jaren nadat het schilderij is gemaakt - een andere schilder een medaillon bijgeschilderd met de namen van de achttien geportretteerden. Dit kon overigens niet voorkomen dat men op een gegeven moment een andere naam aan het (steeds donkerder wordende) schilderij is gaan geven: De Nachtwacht.

Overigens waren de geportretteerden niet zo gelukkig met de manier waarop ze waren afgebeeld, lazen we op de handige informatiebladen die in veel zalen lagen. En dat was in die tijd natuurlijk lastig. Wanneer ik ontevreden ben over hoe ik op een foto sta wis ik 'm of nemen we er nog een, maar dat was destijds lastig.
Bovendien hou je altijd mensen die altijd wat te zeuren hebben, al is het maar omdat ze er niet van houden geportretteerd te worden. Toen Wilma De Nachtwacht kiekte en daarna met haar camera naar Bastiaan draaide om ook hem op de gevoelige plaat vast te leggen, vroeg de suppoost die naast het schilderij stond haar of zij een foto van hem had gemaakt.
Wilma vertelde en liet zien dat dat niet het geval was, waarop hij reageerde met 'Mooi, want daar ben ik niet van gediend'. Ik vond dat bijzonder; een man die de hele dag naast Rembrandt's meesterwerk staat en er van uit gaat dat-ie niet wordt gefotografeerd...

Na nog een poos door de rest van het museum te hebben gelopen wilden we wat drinken. Al snel was duidelijk dat we dat het beste ergens op het Leidseplein konden gaan doen. Want van die rij in de koffiebar in het Rijksmuseum zelf waren wij niet zo gediend...

donderdag 20 februari 2014

Shampoo

'Pap... Mam!', hoorden we Bastiaan roepen uit de badkamer, nadat hij de deur op een kiertje had gezet. We dachten dat hij (na een half uur) zou vragen of hij lang genoeg onder de douche had gestaan en hadden een overtuigd en verontwaardigd 'jazeker!' als antwoord al klaar. Maar het bleek om iets anders te gaan.
'Is het een groot probleem dat ik mijn haar heb gewassen met douchegel in plaats van met shampoo?' was zijn vraag. Wanneer bij ons in huis antwoord moet worden gegeven op vragen die te maken hebben met haar ben ik sinds enige jaren gediskwalificeerd, dus ik kon niet anders dan de reactie van Wilma afwachten.

'Nee hoor jongen, dat geeft niks' zei ze, waarschijnlijk ook rekening houdend met het feit dat wanneer hij zijn haar opnieuw zou gaan wassen hij er nog twintig minuten extra voor zou uittrekken.
'Zo lang je je haar maar niet met autoshampoo wast is het geen probleem', voegde ze eraan toe.

Daarbij refereerde ze aan mijn vader, die jaren terug vanuit de badkamer naar mijn toen nog thuiswonende broer Raymond riep of die de shampoo even kon aangeven. Die was er - zoals iedere rechtgeaarde puber - met zijn gedachten niet helemaal bij, maar was niet te beroerd zijn vader even te helpen.

Nonchalant en achteloos pakte hij een fles uit een rekje en gaf die aan z'n vader, die de dop eraf draaide en met de inhoud van de fles zijn hoofd inzeepte.
Totdat het raar begon te ruiken... En hij er achter kwam dat z'n puberzoon hem autoshampoo had aangereikt.

Ach, hij heeft er uiteindelijk niets aan overgehouden hoor. Al valt me wel op dat hij sindsdien wat glimt. Dit soort verstrooidheid zit in de familie en we lachen erom.

Benieuwd wanneer iemand van ons z'n tanden gaat poetsen met mayonaise...

donderdag 13 februari 2014

Olympisch geglij

Dankzij de schaatssuccessen in Sotsji van de afgelopen dagen komt het oude Ard en Keesie-gevoel bij ons thuis weer tot leven.
Ik schaatste vroeger niet alleen rondjes rond de tafel
(maar ook bij de Dordtse Twintighoevenweg
met m'n zus, neven en nichten)
We hebben nog niet in de krant alle tijden opgeschreven, maar Wilma vroeg me wel of ik niet - net als vroeger - de behoefte had om rondjes rond onze huiskamertafel te gaan 'schaatsen'. Ze weet namelijk dat dat in m'n kinderjaren 'traditie' was, omdat we zo meeleefden en tijdens de dweilpauzes niet stil konden blijven zitten (zie ook deze oude blog). Dat stilzitten gaat tegenwoordig een stuk beter. In plaats van rondjes van 27.4 rond de tafel pak ik m'n iPad4 en lees of luister ik wat, of beantwoord ik wat werk-mailtjes.

Want dat moet in het kader van 'het Nieuwe Werken' tegenwoordig gewoon kunnen; ook in je vrije tijd even met je werk bezig zijn. En daar tegenover staat dan weer dat we op kantoor tijdens werkuren op de iPad de sportieve successen van onze landgenoten in Rusland live kunnen bekijken.

Leuk hoor, al dat geglij op ijs. Bij mezelf is daar deze winter nog weinig van terechtgekomen, tenzij ik de valpartij met m'n fiets van vorige week meetel. De vorige winters fietste ik zonder problemen door sneeuwsporen naar kantoor, maar deze winter had het één nacht lichtjes gevroren en prompt kukelde ik ondersteboven op een spekglad stukje fietspad bij de Maastunnel. Net als in Sotsji reageerde ook hier het publiek enthousiast op mijn afdaling. De twee papiertjesprikkers in het gemeenteplantsoen onder de Euromast kwamen meteen op me afrennen met de vraag of alles goed was.

'Alles is goed',  kon ik gelukkig antwoorden, al was het - ookal had ik geprobeerd om voor de jury zo sierlijk mogelijk te vallen - niet goed genoeg voor een gouwe plak. Wel voor een blauwe plek...

donderdag 6 februari 2014

Werken op grote hoogte

Afgelopen zaterdag nam Wilma deel aan een in Rosmalen georganiseerde 'haak-marathon'. Zo'n veertig vrouwen fabriceerden in een kerk aldaar haakwerkjes en -werken, om met de opbrengsten ervan een Roparun-deelnemer te sponsoren.
Dat was voor Bastiaan en mij een goede gelegenheid om het nabijgelegen Den Bosch te bezichtigen. Na een wandeling door de oude binnenstad brachten we ook een bezoekje aan de Sint Janskathedraal, alwaar juist een mis plaatsvond. We schoven ergens halverwege in de kerk op een kerkbankje en lieten de galm van de woorden van de predikant en de enorme omvang van de ruimte op ons inwerken.
'Ik denk niet dat Jezus destijds het idee heeft gehad dat men vele eeuwen later dit soort enorme gebouwen zou gaan bouwen en dat we daarin 2014 jaar over hem, zijn wonderen en de hemel zouden spreken', zei ik op een gegeven moment zachtjes tegen mijn zoon.
'Ik denk het ook niet nee',  antwoordde hij. 'En ook niet dat iedereen hem er zou zien op z'n slechtste moment',  voegde hij toe, wijzend naar het kruisbeeld dat een eindje voor ons aan een pilaar hing...

Om mijn lach te onderdrukken keek ik omhoog naar de gewelven in het dak van de kathedraal. 'Wat een werk moet het zijn geweest om dat allemaal te maken', dacht ik bij mezelf... 'En dat op die hoogte!'

'Wat een hoogte!', dacht ik een paar dagen later ook toen ik een korte rondleiding kreeg door 'De Rotterdam', het gigantische gebouw dat onlangs is verrezen op de Wilhelminapier. Met ingang van augustus wordt dat de nieuwe werkplek van veel  werknemers van de gemeente Rotterdam. De lift - die omdat het gebouw een 'Verticale Stad' is 'metro' wordt genoemd - had ons razendsnel naar de 38ste etage gebracht. En vanaf dat punt hadden we een meer dan geweldig uitzicht op Rotterdam en de wijde omgeving. Ik besloot alles nu meteen maar zo goed mogelijk in me op te nemen. Want als ik er straks werk heb ik als ambtenaar meteen weer de schijn tegen wanneer ik naar buiten kijk... En dat terwijl we er op een plek zitten die zorgt voor werk van een hoog niveau.

Al moet je daar ook weer niet te veel van voorstellen. Want ook al zitten we dicht bij de hemel, wonderen zullen er vast niet worden verricht.