donderdag 24 november 2011

Tweetalig

Nu Bastiaan in groep 8 van de basisschool zit oriënteren we ons alvast op mogelijke middelbare scholen in de omgeving van Rotterdam en Capelle aan den IJssel. Leuk is dat Bastiaan sinds een paar weken ervaring opdoet met tweetalig VWO. Een middag in de week krijgen enkele kinderen uit alle groepen 8 uit de omgeving de mogelijkheid om te kijken of dat wat voor ze is.

Op zich ligt dat tweetalige hem wel. Al jaren is hij zeer geinteresseerd in vooral de Engelse taal. Al toen hij in groep 3 zat merkten Wilma en ik dat we moesten uitkijken met het 'switchen' naar het Engelse wanneer iets niet voor kinderoren bestemd was. Hij pikte er veel meer van op dan wij dachten, maar het leidde soms ook tot misverstanden.

Bastiaan was vijf toen we over de Brienenoordbrug reden en hij vertelde dat de bogen ervan zo breed waren, omdat er een auto overheen moet kunnen rijden. Ik zei dat dat onzin was, maar vroeg me tegelijkertijd af hoe hij op die gedachte kwam. Hij vertelde dat hij dat van pappa en mamma zelf had gehoord.

En toen ging bij mij een lampje branden. Toen we een vorige keer over de brug reden had de politie namelijk een aantal banen van de snelweg afgezet. Ik zat achter het stuur en kon moeilijk zien waarom dat was, maar Wilma keek naar boven en vertelde me dat er een 'jumper' op de boog van de brug stond...

Bastiaan had dat niet vertaald naar 'springer', maar dacht dat het om een Citroën Jumper ging..

donderdag 17 november 2011

Small world

‘It’s a small world after all….’; ik werd op een gegeven moment bijna misselijk van dit deuntje, toen we alweer jaren geleden met m'n neefje en nichtje voor de zoveelste keer deze Disney-attractie bewonderden vanuit een bootje in water van nog geen 10 centimeter diep. Maar de tekst klopt wel, want wat is de wereld toch klein tegenwoordig, met internet en al die sociale media.

Het heeft me altijd al gefascineerd; het communiceren over afstand. Begin jaren tachtig 'speelde' ik met mijn neef René radiopiraatje. We kochten materiaal voor zendertjes in een klein winkeltje aan de Voorstraat en zetten dat dan thuis in elkaar. Als Radio Transistor zonden we enkele jaren lang een paar avonden in de week programma's uit. Ik noemde me Marco Bianco en samen met René Verbeek voelden we ons Rob Out, Joost den Draaier en Lex Harding tegelijk (hoewel drank in ons leven net een iets minder grote rol speelde).

In de loop van de tijd gingen ook andere vrienden meedoen. Met enige regelmaat werden volgekletste cassettebandjes afgeleverd en tijdens de uitzending zelf liep ik nerveus ijsberend door de huiskamer, om te kijken of er geen auto van de radiocontroledienst langs reed en stopte om ons te arresteren en alle apparatuur, elpees en cassettebandjes mee te nemen.

Soms deden we live-uitzendingen. Dan hadden we echt de grootste lol met z'n allen, niet in de laatste plaats omdat de alcohol rijkelijk vloeide. Uiteindelijk waren we in een groot deel van het Drechtsteden-gebied goed te ontvangen en zelfs van ver daarbuiten kregen we wel eens reacties.

Maar voor het zover was hebben we eerst wekenlang avonden zitten klooien met de soldeerbout en kleine schroevedraaiertjes. Ik weet nog goed dat ik op een dag van mijn vader het signaal kreeg dat hij me kon ontvangen. Hij gaf me dat niet door per telefoon of zo, maar deed dat door te zwaaien vanaf de stoep aan de overkant van de (trouwens best wel brede) straat. Eigenlijk was de wereld toen dus ook best klein, maar dan in een andere betekenis van het woord.

donderdag 10 november 2011

Niet liegen

Er zijn mensen die hun weblog gebruiken om hun mening over de grote vraagstukken van het leven of onze planeet te laten klinken. Ikzelf heb die behoefte niet zo. Ik heb het hier niet over de politiek of over de opwarming van de aarde, maar schrijf gewoon wat over vroeger of over dingen die zich in m'n omgeving afspelen. Niet over grote ingewikkelde zaken, maar over kleine dingen.

Zo laat een kennis van me binnenkort een borstvergroting uitvoeren. Toen ze enkele jaren geleden kinderen had gekregen, beloofde ze zichzelf dat ze dat over een aantal jaren zou laten doen. En anno 2011 is zo'n operatie de gewoonste zaak van de wereld, dus dat is het probleem niet.

Hoewel, ze vertelde wel dat ze het lastig vond om het vooraf tegen haar collega's te zeggen. Ze neemt een paar weekjes verlof op voor het herstel van de operatie en ze ziet op tegen vragen als 'o, wat ga je doen dan, ga je op vakantie?'. En ze wil er ook weer niet om liegen.

'Dat hoeft toch ook niet', zei ik haar laatst. 'Je zegt gewoon dat je wat leuks met de kleintjes gaat doen...'

donderdag 3 november 2011

Jongensboeken

Wanneer we vroeger bij m'n opa en oma op visite gingen in de Dordtse Soembastraat duurde het nooit lang voor ik naar de kast ging waar de stapel Kuifje-weekbladen lagen van m'n tante die daar nog in huis woonde. Zittend en liggend op de grond werden zo hele jaargangen doorgenomen.

Vooral bij de verhalen van de hond Dommel, de rechercheur Rik Ringers en autocoureur Michel Vaillant bleef ik hangen.

De laatste drie pagina's waren altijd gereserveerd voor de naamgever van het weekblad zelf. Maar omdat de jaargangen door elkaar gehusseld op de stapel lagen las ik de Kuifje-serie en
-verhalen nooit in de goede volgorde.

Het maakte niet uit, het plezier was er niet minder om.

Pas vele jaren later heb ik de hele Kuifje-serie gekocht en alle verhalen in juiste rangorde gelezen. Afgelopen zondag gingen Bastiaan en ik naar de Spielberg-film 'Tintin and the secret of the Unicorn''. De dag ervoor had ik nog snel even de boeken 'Het geheim van de Eenhoorn' en 'De schat van Scharlaken Rackham' gelezen, omdat ik ervan uit ging dat de film op deze twee vervolgverhalen gebaseerd zou zijn.

We hebben genoten van de fantastisch gemaakte film. De wereld van Kuifje bleek geweldig goed in beeld gebracht en het verhaal was - zoals verwacht - als dat van een jongensboek.
Maar welk jongensboek eigenlijk?

De scriptschrijvers jagen de bioscoopbezoeker in een Indiana Jones-tempo door een goeie mix van verschillende Kuifje-avonturen. Misschien sprak juist die mix van alle verhalen me wel zo aan. Het herinnerde me waarschijnlijk aan die ongesorteerde stapel weekbladen van vroeger.

Ik realiseer me trouwens dat het best bijzonder is dat de jonge vrijgezelle verslaggever Kuifje en de oude kapiteitn Haddock al in de jaren 60 bij mijn opa uit de kast kwamen...