donderdag 28 oktober 2010

Opa's weblog

Het begrip 'weblog' bestaat nog niet zo lang.
De generaties voor ons hadden andere middelen om (familie)belevenissen levendig te houden.
Hier een mooi voorbeeld.


Het Volk van Nederland trok op,
naar ’t oude Delft, want zie
Daar was eens de begrafenis,
van Koning Willem Drie
Vader was voor een guldentje,
fijn op een ton gegaan
Maar tonnen vol met menschen,
kwamen voor zijn neus te staan
Een zwarte stoet trok langs hem,
’t was wel een droeve dag
Vooral voor Vader, die er zoo,
geen sikkepit van zag

En ’s avonds zag de man geen kans,
naar huis terug te gaan
De laatste trein vertrok en hij,
bleef fijn in Delft staan
Een paar vrouwtjes, hem bekend uit Dordt,
’n paar moedertjes van kroost
die zochten bij de ouwe heer,
die lange nacht hun troost
Met zorg voor baby zwaar belast,
zat thuis hun and’re helft
En vader sportte met die twee,
den heelen nacht door Delft
Een beestenwagen bracht ze in Dordt,
den anderen morgenstond
Waar vader bijna een pak slaag,
voor dank en hulde vond
Hij houdt van ons ‘Oranjehuis’,
nog immer even zeer
Maar, doodgaan kunnen ze allemaal,
hij gaat nooit kijken weer !

Toon te Veldhuis, 1937
Geschreven en getekend i.v.m. het gouden huwelijk van zijn ouders.
Het beschrijft een gebeurtenis in 1890.
Het chaotische beeld dat geschetst wordt klopt overigens. Wikipedia meldt het volgende:
"De bijzetting van de overleden koning op 4 december 1890 was erg ongeorganiseerd; zo stortte een tribune in en waren er te weinig koetsen en parkeerplaatsen, waardoor velen te laat waren in de kerk. Daarnaast was het steenkoud. Zonder enige waardigheid zou de kist al schommelend van de trappen de Koninklijke Grafkelder ingedragen zijn, waarna Willem III der Nederlanden zijn laatste rustplaats had bereikt."

donderdag 21 oktober 2010

Afscheid

Zo'n drie-en-een-half jaar geleden nam ik me voor om elke week een kort stukje te schrijven over kleine, grappige voorvalletjes die zich recent of in het verleden hebben voorgedaan in onze nabijheid. Of over iets dat op zich niet grappig is, maar waar wel een leuke (of leuk bedoelde) draai aan kan worden gegeven.

Tot op heden heb ik nog niet verstek moeten laten gaan, ookal moest de inspiratie soms uit het puntje van m'n gote teen naar m'n hersenen toe worden gehaald. Deze week is dat anders. Vorig jaar september werd duidelijk dat mijn schoonmoeder ziek was en begin deze week - in de nacht van maandag op dinsdag - heeft ze haar lange, moedige strijd opgegeven.

We weten dat dit het beste voor haar is, maar het blijft moeilijk. Deze week staat, zoals Bastiaan dat zo mooi omschreef, 'in het teken van afscheid nemen van een dierbare'. En daar kan ik nu met de beste wil van de wereld geen leuke draai aan geven.

donderdag 14 oktober 2010

Keurige fietsbellen

Tijdens de ouderavond op school (die overigens meer leek op een demonstratieavond van het nieuwe digitale schoolbord) kondigde Bastiaan’s meester aan dat de kinderen dit jaar ook praktijk-verkeerslessen krijgen en dat daarvoor de fietsen pico-bello in orde moeten zijn.

Toen we vorige week naar m’n ouders in Zwijndrecht fietsten, ontdekten we dat dat betekent dat Bastiaan's fietsbel moet worden vervangen. Het emplaar dat nu op zijn stuur zit maakt geen enkel geluid meer. En al fietsend over de Brienenoordbrug herinnerde ik me wat mijn vader nog niet zo lang geleden vertelde.

Na de oorlog reed hij op een oude legerfiets. Zo’n stevig, groen gevaarte zonder wat voor luxe of franje danook. Op één ding na: op het stuur zat een fraaie bel met een afbeelding van een keurig gesoigneerde heer en dame. Omdat dat nogal een contrast was met de stoere fiets vroeg mijn toen nog jonge pa aan zijn vader wie op dat plaatje waren afgebeeld. M’n opa had natuurlijk ook geen idee en antwoordde (waarschijnlijk achteloos) dat dat plaatje van de fietsenmaker was.

Een poosje later sprak een oudere heer mijn vader aan. De man vond dat hij zo’n stoere fiets had. En wat een mooie bel met een leuke afbeelding erop. ‘Wie zijn die dame en heer ?’ had de man gevraagd. ‘Dat zijn de fietsenmaker en zijn vrouw…’, antwoordde mijn vader.

Deze week maar eens kijken voor een bel voor Bastiaan's fiets. Stijlvolle bellen met afbeeldingen van keurige heren en degelijke dames - zoals tijdens mijn vader’s jeugd - zijn er niet meer. Maar misschien zijn er met afbeeldingen van film- of popsterren als Shakira, Lady GaGa of een andere lelle-bel…

donderdag 7 oktober 2010

De Verderfelijke Vliering

Het zal in het begin van de jaren 80 zijn geweest dat er sexparodieen verschenen van bekende stripverhalen. In die verhalen schoot Lucky Luke niet sneller dan zijn eigen schaduw maar deed hij iets heel anders supersnel. En bijvoorbeeld Asterix z'n toverdrank had een heel andere uitwerking dan gebruikelijk was. Ook van Suske en Wiske was zo'n parodie verkrijgbaar. Geheel in de stijl van de echte Suske en Wiskes - die mooi allitererende titels hadden als De Gladde Glipper, De Duistere Diamant en De Kale Kapper - heette dit meesterwerk de De Glunderende Gluurder. Prikkelende literatuur was het niet echt, maar als twintigjarige was het destijds geinig en 'spannend' om die doorgaans zo keurige striphelden in allerlei ‘stoute’ situaties aan te treffen. Dus ja, ook ik had een ‘glunderende gluurder’ aangeschaft…

Laatst had ik het met Bastiaan over een aantal 'onschuldige' oude stripboeken van Wilma en mij, die op de vliering lagen en waarschijnlijk wel leuk zouden zijn voor een tien-jarige. Ik wist dat er het een en ander van Guust Flater zou liggen, maar ook Jan, Jans en de Kinderen zijn ooit met z’n allen op onze vliering beland.

Terwijl ik de vlieringtrap naar beneden vouwde herinnerde ik me de ‘glunderende gluurder-strip’ die – zo vermoedde ik – tussen de stapel nette strips was terechtgekomen. Op de vliering aangekomen riep ik ‘even wachten hoor’ naar Bastiaan, pakte ik de sexparodie en legde hem snel onder een kartonnen doos. En nadat ik de vlieringtrap weer was afgedaald mocht nu mijn zoon hem bestijgen.

Al snel hoorde ik ‘hé pap, wat is dit nou voor een rare Suske en Wiske?’, waarna ik verbaasd het trapje weer op-stiefelde. Ai, da’s waar ook… ook Wilma had destijds in haar jeugdige onbezonnenheid zo’n ‘gluurder’ gekocht. Toen we halverwege de jaren tachtig gingen samenwonen bleken we veel boeken dubbel te hebben; ook deze! ‘Leg maar weg’, zei ik snel, ‘die is niet voor kinderen’. Dat deed Bastiaan. Wel vroeg hij me later ‘maar pap, wat zag ik nou voor plaatje op de kaft?’.

Met een of andere rotsmoes heb ik me eruit gered. Maar ik voelde mij even een Betrapte Belhamel tegenover mijn Nieuwsgierige Nageslacht.