donderdag 30 september 2010

Toon toen

Mijn opa Toon was een artistieke man, die graag tekende en mooi (vaak met gotische letters) schreef. Ook fotografeerde en filmde hij veel en vooral na zijn pensioen documenteerde hij alles keurig.

Onlangs sprak ik een paar ooms en tantes en kwamen de dikke, grote fotoalbums van mijn opa ter sprake. Het ordenen van oude foto's en films heb ik - dat is wel duidelijk - van hem geërfd en vooral om die reden zijn zijn boeken via mijn vader bij mij terechtgekomen.

Met m'n ooms en tantes sprak ik af dat ik alle foto's zou scannen en naar hen toe zou zenden. Thuisgekomen tipte Wilma me dat het handiger zou zijn de duizenden gescande foto's op zo'n fotosite op internet te plaatsen. Dus maakte ik zo'n Picasa-account aan en begon ik de mega-klus.

Avond na avond blader ik nu door de tijd, helemaal tot aan het begin van de vorige eeuw. Ik kom door hemzelf gemaakte tekeningen en gedichten tegen en de soms priegelig kleine zwart-witfotootjes blijken - nadat ze gescant zijn en uitvergroot worden - allerlei leuke 'geheimpjes' prijs te geven. Er gaat een wereld voor me open...

En zo het lijkt wel alsof mijn opa zelf op internet actief is. Niet alleen omdat ik anno 2010 foto's van opa Toon toen toon, maar vooral omdat ik hetgeen mijn opa toen schreef en tekende erbij zet. En dat terwijl hij al 27 jaar off-line is.

donderdag 23 september 2010

Dubbelzinnig

Toen Wilma vorige week de borden met hollandse aardappelen, franse haricoverts en zweedse gehaktballetjes op tafel zette riep Bastiaan uit 'ha, ik heb lekkere saus over m'n balletjes'. En omdat hij zelf doorhad dat het wat raar klonk, voegde hij er snel aan toe dat hij die zweedse balletjes op zijn bord bedoelde, en niet die andere balletjes.

We moesten een beetje gniffelen, namen een paar scheppen uit de pan en legden uit dat dit nou een typisch voorbeeld was van een dubbelzinnige opmerking. Je kon de woorden namelijk op twee manieren uitleggen.

'O' zei Bastiaan, 'dan weet ik er nog wel een'. 'Welke dan?' vroeg ik belangstellend. 'Kom is ook een dubbelzinnig woord' zei hij, waarna Wilma verschrikt opkeek en ik me bijna verslikte in m'n zweedse bal.
'Want je kan bedoelen kom hier of kom soep', lichtte hij toe.

'Inderdaad', antwoordden Wilma en ik tegelijk en we knikten eenstemmig...

donderdag 16 september 2010

Gaas

Een fascinatie voor zaken die met de Tweede Wereldoorlog te maken hebben deel ik met mijn vader. Allebei lezen we graag boeken die met die periode te maken hebben en bijvoorbeeld het museum van Arromanches over D-Day in Normandië maakte op ons beiden een grote indruk. Het blijft boeien om verhalen te horen en te lezen over die hele operatie om uiteindelijk te komen tot een landing op de kust van Normandië, waarbij enorm veel slachtoffers vielen.

Toen mijn vader onlangs een boek over operatie Overlord (de codenaam van de invasie) las, zag hij foto’s van de enorme matten van metaal gaas, die op de het zand werden gelegd om de tanks goed vanuit de zee tot over het strand te kunnen laten rijden. Grote gazen matten die om de paar meter waren versterkt met dikke metalen stangen. En toen hij die foto’s zag realiseerde hij zeer weer dat dat soort matten jaren na de oorlog werden hergebruikt in het bedrijf waar hij werkte; bakovenbouwbedrijf A.M.F. Den Boer. Die matten fungeerden daar jarenlang als afscheidingswand in het magazijn, net zoals in veel andere bedrijven het geval was.

En toen daarna de rijkere jaren aanbraken en deze professorische wandjes werden vervangen door fraaiere exemplaren, namen verschillende personeelsleden delen van die gazen matten mee, om daarmee in hun achtertuin hokjes te prepareren voor hun konijnen of kippen.

Dat was nog eens hergebruik van materiaal. Van het leger, via het bedrijfsleven naar de achtertuin... Ik neem trouwens aan dat D-day voor die konijnen en kippen zo rond de kerst viel... Want de meeste van hen gingen dan toch echt voor gaas!

donderdag 9 september 2010

Molens

Een fietstocht vanaf ons huis naar Kinderdijk is goed te doen en leidt je onderweg langs een leuke omgeving. Na het doorkruisen van een groen stukje in de Krimpenerwaard brengt het pontje van Krimpen aan de Lek je zo naar Kinderdijk, dat daar aan de overkant ligt.

Wat ons daar de laatste keer opviel was het enorme aantal buitenlandse toeristen. De parkeerplaats stond vol met Duitse, Franse, Italiaanse en Spaanse auto’s en campers. En dan heb ik het nog niet over de vele Japanners, die om begrijpelijke redenen niet met eigen vervoer waren gekomen.


Terwijl we ons enigszins zigzaggend een weg baanden tussen al die buitenlandse belangstellenden door ontdekte ik dat men er ter plaatse alles aan doet om hen optimaal van dienst te zijn. Niet alleen is er allerlei prullaria te koop in de vorm van (al dan niet Delfsblauwe) molentje en klompjes, ook is goed nagedacht over de informatievoorziening voor de buitenlandse bezoekers. Zo realiseert men zich terdege dat het woord ‘molen’ hen weinig zegt en het dus geen zin heeft om dat woord op de informatiebordjes te zetten.

En om nou in bijvoorbeeld vijf talen het woord molen op zo’n bord te zetten, is ook weer zo'n gedoe. Dus heeft men een andere oplossing gevonden.

En ik moet zeggen: complimenten! De informatiebordjes ter plaatse laten aan duidelijkheid niets te wensen over…


donderdag 2 september 2010

School

De digitale snelweg geeft ons de mogelijkheid om vroegere vrienden en kennissen weer op het spoor te komen. Net als vele anderen maak ook ik daar dankbaar gebruik van. Ik heb er lol in om zo af en toe als een soort detective te speuren naar namen van vroeger. En dat levert best leuke resultaten op!

Zo kwam ik die klasgenoot weer tegen waarmee ik vroeger veel lol had in de klas. Ik herinner me dat we het vaak – vooral tijdens de les – over muziek hadden en dat we allebei de klas werden uitgestuurd wegens slappe lach omdat hij me vroeg ‘hoeveel elpee’s heb jij eigenlijk, schat-je?’ waarop ik antwoordde ‘ik heb geen idee, lieverd!’. Het werd onze ‘running-gag’.
Ook ontdekte ik de klasgenoot die destijds niet meer bijkwam toen ik stiekem brood zat te eten terwijl de lerares engelse werkwoorden met ons doornam. Nadat een andere klasgenoot hardop ‘spreken’ had vertaald (‘to speak, spoke, spoken’) riep de lerares streng ‘Marco, staan!’, waarna ik - in plaats van het rijtje engelse woorden te zeggen - me betrapt voelde en opstond met de boterhammen in mijn hand!

En ik kwam weer in kontakt met die klasgenote die regelmatig m’n Rijam-schoolagenda jatte om er romantische gedichtjes in te schrijven. En die stiekem op de gang mijn sjaal besprenkelde met haar flesje geurwater, zodat ik aan haar bleef denken (alsof dát daarvoor nodig was!). Die ook zonder dat ik het wist haar fotootje in mijn etui stopte, waarna het etui prompt door een ander werd afgepakt en de hele klas doorging…

Maar niet elke her-ontmoeting gebeurt digitaal. Vorige week werd ik tijdens het bezoekuur in het ziekenhuis door het hoofd van de nachtdienst gevraagd even mee te komen naar de gang om wat af te spreken. We stelden onszelf aan elkaar voor en reageerden verrast omdat we elkaar op hetzelfde moment herkenden van vroeger. Wel bijzonder dat ik opeens een (heel) serieus ‘ziekenhuisgesprek’ moest voeren met een ex-klasgenote waarmee ik ooit een heel ander soort afspraakjes maakte.