donderdag 25 maart 2010

Bewaren

Op onze vliering en zolder én in onze schuur staan en liggen veel spulletjes waarvan we ooit zeiden ‘laten we het maar niet meteen weggooien, maar even bewaren’. Met enige regelmaat schuif ik die troep – die immers altijd in de weg staat of ligt - van de ene naar de andere kant, waarbij ik me afvraag waarom ik het in vredesnaam nog niet alsnog heb weggegooid.

Nou zijn er natuurlijk altijd spullen met een emotionele waarde. Een oud klokje van een grootouder, top 40-cassettebandjes waar inmiddels alleen nog maar ruis opstaat, oude stripboeken, volgekalkte schoolagenda’s, Veronica-blaadjes uit de piratentijd en ga zo maar door. Totaal niet nuttig dus, maar om een of andere reden leuk om te bewaren…

Als kind woonde ik aan een dijk en toen ik een keer met m’n vader in het 'onderhuis' stond (wij vonden soutterain een te chic woord) wees hij me op een kapotte plek in het houten plafond en pulkte hij daar een stukje metaal uit. Hij vertelde me dat hij in de oorlog als jong ventje langs dit huis was gelopen, net nadat er op de stoep een granaat was ontploft. Een paar grote scherven daarvan had hij mee naar huis genomen. En toen hij zo’n twintig jaar later bij toeval in juist dat huis ging wonen ontdekte hij al snel de splinters van de granaat nog in het plafond van het onderhuis.

Toen ik hem vroeg of hij die destijds opgeraapte granaatsplinters nog had antwoorde hij ‘nee’ en dat kon ik me niet voorstellen. Zoiets spannends als echte granaatscherven bewaart een jochie toch..! Op dat moment duwde m’n vader het zojuist uit het plafond gepulkte granaatscherfje in mijn hand. ‘Dan moet jij deze scherf maar eens zo’n jaar of dertig bewaren’, zei hij daarbij.
Ik liep naar m’n kamer en stopte het in een metalen kistje, waarin ik ook wat oude munten en medailles van de Avondvierdaagse had gestopt.

En precies dat kistje kwam ik onlangs weer tegen tussen alle cassettebandjes, schoolagenda’s, kerstspullen en stripboeken op de vliering. Nieuwsgierig blies ik het stof van het kistje en opende het. Helaas… ik trof geen granaatscherf meer aan. Wel kon ik nog precies traceren in welk jaar ik de Avondvierdaagse heb gelopen… Maar of dat nou reden genoeg is om het kistje ook de komende decennia niet weg te gooien..?

donderdag 18 maart 2010

Tellen

In de krant lees je wel eens over verkiezingen in een derde wereldland die chaotisch verlopen. Mensen uit Europa en Amerika moeten er dan op toezien dat geen onrechtmatigheden gebeuren.
Nu blijkt dat we ook in Nederland zelf het niveau van de gemiddelde banananrepubliek niet zijn ontstegen. In Rotterdam werden mensen ‘geronseld’ om op bepaalde partijen te stemmen, soms was sprake van complete samenscholingen in één stemhokje, machtigingen bleken niet te kloppen en ook het tellen van de stemformulieren zelf schijnt in enkele gevallen chaotisch te zijn verlopen.

Om die reden werd besloten tot een grote hertelling. Vorige week donderdag werden een paarhonderd ambtenaren opgetrommeld om in de sporthal van de Erasmus Universiteit de vele tienduizenden stemformulieren nogmaals te controleren en te tellen, het aantal te vergelijken met de stembriefjes en de machtigingen te checken.

Omdat de klus aan het begin van de avond nog niet geklaard was, kwam eind van de middag een verzoek aan het ambtelijk apparaat voor extra tellers. In eerste instantie gaf ik aan geen belangstelling te hebben, maar later bedacht ik me en stapte ik om half 9 de sporthal binnen om aan deze unieke gebeurtenis deel te nemen. Gadegeslagen door pers en politici op de sporttribunes gingen we aan de slag.
De groep waarvan ik deel uitmaakte kwam geen onrechtmatigheden tegen. De stembussen die wij controleerden klopten als een eeuh.. bus.

Tot een uur of kwart voor 1 duurde het. Uitgeteld kwam ik thuis (OK, deze woordspeling ligt wel erg voor de hand..). Liggend in bed bleven de geluiden uit de sportzaal maar door m’n hoofd stuiteren en zag ik nog steeds stemformulieren langskomen. Ik kon de slaap niet echt vatten. Maar wat moet je daaraan doen? Schaapjes tellen…?

donderdag 11 maart 2010

Rijexamen

Laatst belde mijn 18-jarig nicht om te vertellen dat ze was geslaagd voor haar rijbewijs. Nadat het een aantal keer tijdens het afrijden zelf mis was gegaan zat ze vooraf flink in de zenuwen, maar deze keer liep het dus goed af.

Ikzelf slaagde ook niet bij de eerste keer voor mijn praktijk. Pas de derde keer was het raak. Maar om nou te zeggen dat ik toen beter reed dan de eerste keer... Ik had gewoon wat meer mazzel, of had de eerste en tweede keer wat meer pech. Dit keer reed ik niet bijna de aparte fietstunnel van de Dordtse Krispijntunnel in en maakte ik geen noodstop voor een oranje stoplicht, waardoor ik halverwege het zebrapad pas stilstond.

De examinator bij mijn tweede en derde keer afrijden was trouwens dezelfde. En toen ik die derde keer in de lesauto stapte herinnerde ik me dat hij de keer ervoor uitgebreid had verteld over de reizen die hij samen met zijn vriend maakte. Dus ik wist waar ik over moest beginnen om hem op z'n praatstoel te krijgen zonder dat-ie te veel op het rijden zelf zou letten. Uitgebreid en gezellie vertelde hij weer over de exotische landen die hij samen met zijn partner had bezocht.

'Laat maar lekker kletsen over de reisjes met z'n vriend', dacht ik. En daarbij maakte het mij natuurlijk niet uit dat hij homo was. Al schrok ik - als ik me het goed herinner - wel even toen hij in een rustig straatje begon over bijzondere verrichtingen en achteruit inparkeren...

donderdag 4 maart 2010

Stemmen

Gisterenavond stapten Bastiaan en ik de gymzaal van zijn school binnen om mijn stem voor de gemeenteraadsverkiezingen uit te brengen. Wilma was bij haar moeder, dus we moesten het met z’n tweetjes doen.

In het hokje aangekomen pakte ik het ouderwetse rode potlood en vulde het hokje van mij keuze in. Bastiaan kon zich daar echter niet in vinden. ‘Waarom stem je niet op het CDA ?”, vroeg hij fluisterend. ‘Balkenende woont toch in Capelle !?’ Zonder hem precies de reden uit te leggen vertelde ik hem dat ik een andere keuze had gemaakt. Maar hij bleef het er niet mee eens.

Nadat we het stemhokje uitkwamen liepen we naar de stembus, die er overigens eerder uit zag als een kliko. ‘Zo, die stem van m’n vader kan meteen in de afvalbak’, zei Bastiaan danook tegen de mensen van het stembureau, die daar hartelijk om moesten lachen.