vrijdag 28 december 2007

Winter


De kerstvakantie begon dit jaar zoals een kerstvakantie hoort te beginnen. Op weg naar huis loodste ik m’n fiets door gladde sneeuwsporen. En onderweg stapte ik regelmatig even af om foto’s van wit Rotterdam te maken. Het Park bij de Euromast en de Veerhaven lagen erbij alsof ze poseerden voor kerstkaarten. En de eerste vakantiedag was ook al zo winters. Een groot deel van de dag stonden (en hingen) Bastiaan en ik op de schaats.
Vroeger, toen – zo lijkt het tenminste – alle winters échte winters waren, schaatste ik ook wat af. Op vijvertjes, op slootjes tot een eind weg in de polder en (ik meen in 1979) zelfs op straat. Ik moest het daarbij niet van m’n techniek hebben, maar van mijn doorzettingsvermogen.

Mijn techniek kwam wél goed tot zijn recht in de woonkamer. Als destijds zo’n EK of WK Schaatsen met Ard en Keesie op TV was, vulde ik de tijd van de dweilpauzes namelijk door het op mijn sokken ‘schaatsen’ van rondjes om de hoge tafel. De rug gebogen, m’n linkerarm op de onderrug en los zwaaiend met mijn rechterarm. Ik ging er helemaal in op en maakte zo meer rondjes dan de gemiddelde all-rounder (al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen dat mijn rondjes wel kleiner waren dan die op TV).

Ik moest daaraan denken toen ik de zaterdag met Bastiaan op de bevroren sloot doorbracht. Het waren zijn eerste schaatsbewegingen (op die ochtend in de gauwigheid gekochte schaatsen) en het viel me allemaal niet tegen. Al hing hij natuurlijk wel regelmatig aan m’n armen en m’n schouders. Soms gleden zijn schaatsen alle kanten op, hing hij met z’n billen net boven het ijs en trok ik hem omhoog om een koude kont te voorkomen.

Dus liep ik de dag erna weer met een enigszins gebogen rug door de woonkamer, net als begin jaren zeventig. En zo is de cirkel weer rond. Al was het dit keer niet om mijn rondetijd van het rondje om te tafel te verbeteren, maar vanwege de spierpijn.

vrijdag 21 december 2007

Watjes

Nu Koning Winter voor het eerst sinds tijden Nederland weer eens aandoet, wordt het geduld van onze jack russel Moos ’s morgens wat meer op de proef gesteld. Want voordat ik hem uitlaat, heb ik aanzienlijk meer tijd nodig om me aan te kleden. Dikke jas, sjaal (of schrijf je shawl?), handschoenen, muts… het kost allemaal even wat meer tijd. En normaal gesproken schuif ik m’n voeten in m’n instapper, maar nu trek ik een paar stevige schoenen aan.
Terwijl ik dat doe staat Moos me in de hal aan te kijken, waarbij hij wat jammerende geluidjes maakt en hij z’n achterpootjes als het ware gekruist heeft… Maar ja Moos, het baasje wil het niet koud krijgen buiten !
Voordeel van al die kou is dat het er buiten ook wel erg mooi uitziet. Ook vanmorgen liep ik weer – terwijl Moos zijn blaas op de daartoe bestemde plaats leegde – te genieten van de witte laag watjes die was uitgerold over de grasvelden en het bevroren water. En terwijl ik Moos (zelf ook net een watje vanwege zijn witte schutkleur) al kwispelend over het witte gras zag ronddraven, realiseerde ik me dat dat beest in die kou gewoon in z’n nakie loopt. ‘Ja maar zo’n beest heeft een vacht’, zeggen mensen dan, maar als je die mini-haartjes van onze hond een vacht noemt, dan mag je hetgeen er op mijn hoofd groeit een rasta-kapsel noemen...
Logisch dus dat toen we weer naar binnen gingen en ik me weer van al m’n ‘warmhouders’ ontdeed, Moos meteen een spurt nam naar zijn warme mand, die bij de radiator staat.
Eigenlijk kan ik me best voorstellen dat hij míj een watje vindt.

zaterdag 15 december 2007

Sentiment

Gisterenavond stond in het teken van jeugdsentiment. Met z'n drietjes zijn we naar de musical van De Fabeltjeskrant geweest. Als kind was ik een groot bewonderaar van die serie. Thuis maakte ik (met behulp van m'n ouders) de poppen na en daarmee speelde ik op de lagere school, vanachter de lessenaar van de juf, zelfverzonnen verhaaltjes..

Ik moest daar gisteren wel aan terugdenken, toen ik de spelers met de levensgrote poppen zag sjouwen en spelen. Maar wat deden ze dat goed zeg! Ze wisten prima de sfeer uit de originele serie terug te halen. De stemmen waren goed gecast en de oude en nieuwe liedjes werden al snel door de zaal meegezongen.

En als al eens de term 'voor alle leeftijden' van toepassing was, dan was het nu wel. Niet alleen Wilma en ik genoten, maar ook Bastiaan vond het geweldig. En achter ons zat een meneer en mevrouw die de tachtig al een eindje gepasseerd waren. Zij waren tijdens de hoogtijdagen van de Fabeltjeskrant - de vroege jaren zeventig - dus al rond de vijftig! Eigenlijk was het voor hen dus meer een soort midlife-sentiment...

vrijdag 7 december 2007

Vrijwilliger

Zaterdagmorgen was ik met Bastiaan bij een ‘Sinterklaascircus’ bij ons in de wijk. In afwachting van de goedheiligman zelf werden er door clowns, acrobaten, jongleurs en vuurvreters allerlei fratsen uitgehaald en – het moet gezegd – dat zag er heel professioneel uit! Ook de volwassenen vermaakten zich prima.
Maar aan het einde kwam dus de Sint. En die ouwe grijsaard zorgde ervoor dat het circus uitging als een nachtkaars waar geen vuurvreter trek in had.
Kijk: ik weet dat het voor de vele vrijwilligers die zoiets organiseren best een hele toer is om alles te regelen. Maar hadden ze niet wat meer tijd kunnen steken in het zoeken naar een goeie (hulp)sinterklaas… Want wat was dit een onaangename zeik-Sint zeg. Zijn tekst bestond uit het tientallen keren herhalen van ‘hebben de kindertjes het naar hun zin ? (jeeeeeeeh), dat kan harder!!’ én ‘worden jullie pappa’s en mamma’s volgend jaar ook vrijwilliger’, waarbij hij soms nog toevoegde dat de kindertjes (waarom niet gewoon kinderen of kindjes trouwens??) de pappa’s en mamma’s maar onder druk moesten zetten…
Dus terwijl die schijnheilige manipulator voor de zoveelste keer de kindertjes opstookte, waren de ouders achterin wel vrijwilligers aan het zoeken, maar dan om de Sint om te leggen…!
We verheugden ons daarbij al op het feit dat w dan volgend jaar niet meer hoeven te zingen ‘Sinterklaas is aangekomen’ (hetgeen in dit Sonja Bakker-tijdperk overigens ook niet vriendelijk klinkt), maar Sinterklaas is OMgekomen (tiralderadrie, tieralderadra..).
Maar uiteindelijk besloten we het niet te doen. Voor je het weet maak je op zo’n manier van die Sint een of andere martelaar of cult-figuur.